Afbeelding
Foto: Miranda Hammers

Een helpende hand om thuis te komen

Ze had slechts een warme deken nodig en een helpende hand om thuis te komen... Ik zag je vanmiddag lopen. Je had weinig kleren aan en je liep tegen jezelf te praten. Althans zo leek het voor mij. Ik rij langs je heen, ik kijk naar je. Je hebt misschien wel een helpende hand nodig? Ik rij door, want mijn werk wacht op mij. Mijn achteruitkijkspiegel laat me zien hoe koud je het hebt. Anderen kijken naar je, maar niemand stopt. Ik hoop dat iemand anders je helpt. Ik rij door…

Toch besluit ik om te keren. Je loopt er nog. Niemand was voor je gestopt. Ik stop mijn auto en kijk nogmaals. Ik durf niet. Wie ben je, waar ben je naar onderweg en wat haal ik me op mijn hals. Ik hoopte zo dat er op dat moment iemand stopte en naar je toe ging. Dan was ik uit mijn auto gestapt en hadden we je samen misschien kunnen helpen. Het gebeurde niet, dus ik reed ook door.

Ik kijk nogmaals in mijn achteruitkijkspiegel en besluit toch weer te stoppen. Ik zie andere mensen weer naar je kijken, maar ze gaan allemaal door. Ik loop voorzichtig naar je toe. Ja, ik vond het eng. Ik begin te praten. Je reageert en vind het blijkbaar fijn dat ik je aanspreek. Ik zie aan je dat je het verschrikkelijk koud heb. Mijn sjaal sla ik om je heen. Dat is fijn zeg je. We staan op de stoep aan een van de drukkere wegen in Nijverdal. Ik kijk om me heen. Jullie kijken terug, maar nemen niet de moeite om af te stappen. Zelfs niet nadat ik naar je gebaar om hulp. Het maakt me verdrietig, want mijn telefoon doet het niet. Misschien had ik die van jou kunnen lenen? Ergens snap ik je, want ik reed ook door…

Uiteindelijk vind ik hulp verderop, daar woont familie en ik weet dat ik daar de hulp kan krijgen. Ik probeer je vertrouwen te winnen om met me mee te lopen. Daar kan ik bellen om hulp. De politie krijg ik aan de lijn. Je word onrustig en wil graag verder. Eerlijk gezegd snap ik dat, maar vraag ik me ook af waar je naar toe gaat dwalen. Zo in de kou. Ik verzamel de moed en vraag of ik met je mee mag lopen, al pratend wandelen we naar de bestemming waar je graag naar toe wilt. Eerlijk gezegd hebben we een mooi gesprek over muziek en je woning. Zelf word ik ook rustiger en ontdek ik dat je gewoon een vrouw bent. Je bent niet eng, je kan hooguit een beetje hulp gebruiken en die warme sjaal vind je blijkbaar fijn. Ondertussen is de politie naar ons onderweg, om ons verder te helpen. Ik zie de mensen naar ons kijken. Met dezelfde blik die ik herken. Zo keek ik ook naar je. Ze is helemaal niet eng. Ze heeft slechts een warme deken nodig en een beetje hulp om thuis te komen. Misschien heb jij die warme deken wel in je huis liggen?

Mocht je maandagmiddag in Nijverdal haar hebben zien lopen, met of zonder mij, dat maakt me niet uit. Wat ik wel hoop is, dat je de volgende keer stopt en eventueel een ander om hulp vraagt. Misschien zit ik dan wel in de auto, afwachtend, tot we samen kunnen kijken of we kunnen helpen. Dat zou voor mij in ieder geval zoveel fijner zijn geweest. Er zijn zoveel mensen langs ons heen gegaan. Kijkend, maar je stopte niet, zelfs niet nadat ik wenkte voor hulp. Alleen je telefoon was al voldoende geweest of de warme deken uit je huis. Je had haar en mij kunnen helpen.

Je had dan kunnen ontdekken dat zij gewoon een persoon is, zoals jij en ik, die een beetje hulp kon gebruiken.

Miranda Hammers!