Afbeelding
Foto: Hans Bolte

Dichtbij Tokyo leefde een belangrijke Samurai, een oude strijder die besloot zijn wijsheid vanuit het Zen Boedisme over te brengen op jonge mensen.

Op een avond kwam een jonge strijder, bekend om zijn meedogenloosheid in zijn gevechten, aan in het dorpje. De jonge, sterke strijder had nog nooit een gevecht verloren. Hij had van de Samurai gehoord en wilde een gevecht met hem aangaan en zijn faam minimaliseren. De studenten van de Samurai vonden het geen goed idee dat de oude man de uitdaging aanging, maar die accepteerde hem.

Het zou gebeuren op het centrale plein, dus alle mensen trokken er naar toe. De jonge strijder probeerde de oude man van alle kanten uit te dagen, maar deze verroer geen krimp. Hij probeerde te provoceren, duwde en spuugde zelfs in zijn gezicht. Schold hem vloekend en tierend uit, waarbij hij er niet voor terugdeinsde zijn overleden voorouders te beledigen. Alleen maar hard slaan op iemand die niets terug doet kon hij niet. Niet dat hij dat niet wou, hij probeerde wel wat natuurlijk, ook wel stevig. Hij voelde dat dit wellicht winst zou opleveren in het gevecht, publiekelijk zou hij afgaan. Uren streken zo voorbij maar de oude man gaf geen krimp. Aan het eind van de avond was de strijder moe, voelde zich vernederd en vol onrust ging hij weg.

De studenten waren eigenlijk ook wel teleurgesteld in hun wijze. Waarom hebt u niet teruggevochten? Wie laat zich nu zo vernederen zonder terug te vechten? Is dit tonen van moed en respect?

De Samurai antwoordde: als er iemand naar je toe komt met een gift en je accepteert deze niet, van wie blijft dan de gift? Van degene die het wil geven, antwoordden ze. Hetzelfde geldt voor boosheid, valse beschuldigingen en beledigingen, zei de meester. Als ze niet geaccepteerd worden, blijven ze alleen bestaan bij degene van wie ze afkomstig zijn.

Hans Bolte, praktijk Puur