Gerrit Schutten (midden) krijgt samen met Berend Jans kleindochter de eerste exemplaren van het boek overhandigd. Een verplicht momentje, waarna al snel de familiereünie van start kon.
Gerrit Schutten (midden) krijgt samen met Berend Jans kleindochter de eerste exemplaren van het boek overhandigd. Een verplicht momentje, waarna al snel de familiereünie van start kon. Foto: A. van Ipenburg

‘Hij was vrij stil, altijd erg op zichzelf’

Algemeen

HULSEN - Het is bijzonder, 82 jaar na het begin van de Tweede Wereldoorlog te praten met een man die toen 11 was en de oorlog bewust heeft meegemaakt. Iemand die nu 93 is en nog fit en vitaal door het leven gaat. Hij realiseert zich nu de impact van gebeurtenissen die toen, in zijn jongensogen, ‘gaaf’ waren.

Gerrit Schutten mocht twee weken geleden het eerste exemplaar van een boek in ontvangst nemen, dat zijn broer heeft geschreven, ‘Geheim dagboek van een boekhouder’. “Dat was een mooie bijeenkomst”, zegt hij, met op zijn gezicht een grote lach. “Weet je wat ik nou het mooiste vond? Dat er zoveel familie was. Het was gewoon een familiereünie!” Maar hij is ook heel blij met het boek.

“Ik vind het prachtig dat dit boek er is en dat ik het eerste exemplaar kreeg. Het rare is eigenlijk dat ik er geen idee van had dat mijn broer een dagboek bijhield. Hij zei nooit zoveel, was erg op zichzelf. Na de oorlog en zeker na het lezen van de dagboeken zijn er veel dingen duidelijk geworden.”

Andere beleving

Gerrit scheelde acht jaar met zijn broer Berend Jan en dat heeft een groot verschil gemaakt in hoe zij de oorlog hebben beleefd. “Ik weet nog dat er een keer een razzia was. Wij bleven allemaal binnen en ik keek door het kleine wc-raampje, toen ik ineens mijn broer op de fiets zag stappen en zo tussen de mannen door zag fietsen! Nu denk ik dat hij vrijstelling had, omdat hij in Almelo bij de gasfabriek werkte.”

Toen de oorlog uitbrak stond Gerrit bewonderend naar de vliegtuigen te kijken die heel laag overvlogen. “Dat was machtig mooi, ik kon gewoon de piloten zien zitten! Mijn vader riep mij naar binnen, daar begreep ik toen weinig van.”

Piloot

Twee dingen hebben in de oorlog bijzonder veel indruk gemaakt op de jonge Gerrit. “Ik weet nog goed dat die piloot hier heeft geslapen. Er was een vliegtuig neergestort in Den Ham en die piloot is een tijdje bij ons in huis geweest. En hij heeft ook nog in de school gezeten. Jaren na de oorlog ging ik met mijn vrouw op vakantie naar Canada om vrienden te bezoeken en toen pakte Berend Jan de kaart erbij en kwam tot de conclusie dat die piloot daar vlakbij woonde. We zijn daar op bezoek geweest en het eerste dat ik zag toen ik de kamer binnenkwam was een foto van mijn broer en mij! Dat was zo’n bijzondere gewaarwording, in een vreemd land, bij vreemde mensen, je eigen foto zien.”

Het bombardement op Nijverdal, vlak voor de bevrijding, kan Gerrit zich ook nog goed herinneren. “Ik heb bij ons in de straat een plek opgezocht waar ik het goed kon zien. Dat was echt een machtig gezicht, die bommen uit de vliegtuigen zien vallen. Na een ander bombardement kwam ik vrolijk thuis en trof de hele familie, inclusief de nodige ooms en tantes in tranen aan. Ze hadden gehoord dat er een Gerrit Schutten was omgekomen bij het bombardement. Ik was me van geen kwaad bewust, had gewoon buiten gespeeld.”

Nieuwsgierig

Naar eigen zeggen heeft Gerrit het tijdens de oorlog best goed gehad. “Ik weet nog dat we diverse onderduikers in huis hadden en er hebben ook diverse familieleden bij ons gewoond, maar er was altijd genoeg te eten. Ik had niet echt een idee wat er allemaal speelde, zag de gevaren van de oorlog niet. Ik was vooral nieuwsgierig. Mijn vader en broer gingen regelmatig samen naar boven. Ik wist dat daar een radio stond, maar ik mocht nooit mee. Pas veel later begreep ik het belang van die radio. Net zoals ik pas na de oorlog ontdekte dat mijn broer een geweer in huis had.”

Herinneringen

Door de dagboeken en het boek komen er veel herinneringen boven bij Gerrit. “We wisten sinds het overlijden van mijn broer al dat die dagboeken er zijn, die had zijn zoon Benno in bezit. In een gesprek met Jan Lohuis kwamen de dagboeken ter sprake en ontstond het idee van een boek. Mijn zoon Gerard en Benno zijn goede vrienden en zo was de verbinding snel gelegd. Jan Lohuis heeft contact gezocht met Benno, kreeg het materiaal en daar is Paul Janse mee begonnen, tot hij ziek werd. Hij heeft veel gesprekken met mij gevoerd en ook het nodige laten lezen. Dat vond ik fijn, maar het bracht veel herinneringen boven. Ook kon ik ineens dingen plaatsen, die ik tijdens de oorlog niet begreep, of waar ik niet bij stil stond. Ze hebben goed werk geleverd, Paul, Jan Lohuis...”

Thom Kruiper heeft het boek voltooid, ondersteund door Jan Lohuis en Dinand Webbink.