Gemeenten en ontwikkelaars willen graag bouwen, maar onder meer de stikstofregels maken dit erg lastig.
Gemeenten en ontwikkelaars willen graag bouwen, maar onder meer de stikstofregels maken dit erg lastig. Foto:

Steeds vaker verkoop boven vraagprijs

We hoorden er de afgelopen jaren steeds meer over: de overspannen woningmarkt. Zowel de vraag- als concrete verkoopprijzen stijgen nog steeds door in rap tempo. Zelfs de huidige economische onzekerheid lijkt kopers en investeerders niet te weerhouden van een koop. Hierdoor is het echter wel steeds moeilijker geworden voor de gemiddelde Nederlander om een betaalbare woning te vinden.

HELLENDOORN - Donderdag presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek de nieuwste cijfers over de Nederlandse woningmarkt. Met als belangrijkste conclusie dat de spanning afgelopen jaar verder op is gelopen. Vraag en aanbod lagen door diverse factoren nog verder uit elkaar dan voorheen. Een gevolg is dat er relatief veel gegadigden per woning zijn, wat de prijzen verder omhoog stuwt. Wie een huis te verkopen heeft, zit wat dat betreft in een gunstige positie: ze worden snel verkocht én gaan boven de vraagprijs weg.

Waar vroeger een verkoop boven de vraagprijs relatief zeldzaam was, beperkt tot met name de grote steden, zien we dit fenomeen ook steeds meer in de rest van het land. Ook hier zijn er regionaal verschillen. Zo gaan woningen in Hellendoorn volgens het CBS statistisch altijd voor de vraagprijs weg. In Rijssen-Holten daarentegen liggen de verkoopprijzen gemiddeld 3,4 procent boven de vraagprijs. Raalte zit met 4,9 procent boven de vraagprijs in de top qua de regio, maar het is nog lang niet zo erg als in bijvoorbeeld Utrecht of Amsterdam, waar men geregeld 12 procent boven de vraagprijs verkoopt.

De grotere vraag zorgde er ook voor dat woningen veel korter op de markt zijn. Waar in 2014 een koopwoning gemiddeld 1,5 jaar op de markt bleef, stonden woningen in 2021 gemiddeld nog slechts vier maanden te koop. Vaak werden deze al in twee maanden verkocht.

De overspannen markt is met name voor starters maar ook doorstromers een probleem. Door de hoge prijzen is het erg lastig om voldoende financiering te vinden voor je eerste woning. Hoewel gemeenten zoals Hellendoorn ook volop bij willen bouwen, biedt ook dit op korte termijn weinig soelaas voor de koper met een kleine beurs. Er is immers al dusdanig veel vraag dat er simpelweg niet voldoende gebouwd kan worden om er in enige termijn in te voorzien. Gemeenten zetten daarom ook steeds meer in op andere opties, zoals het omzetten van kantoren naar woonruimte of het faciliteren van Tiny Houses als tussenvorm voor starters. Ook het levensloopbestendig maken van woningen is een belangrijke ambitie. Dit moet dan zorgen voor een afname van de druk op de totale woningmarkt, wat woningen ook voor andere groepen betaalbaarder moet maken. Vooralsnog lijkt de top nog zeker niet bereikt qua de huizenprijzen.

Pen