Thema-avond 'Kloosterleven in Overijssel' in de Leerkamer
In de Leerkamer te Hellendoorn wordt op dinsdag 17 januari een thema-avond gehouden over het kloosterleven in Overijssel. De avond begint om 20.00 uur en inleider is prof.dr. Mees te Velde.
HELLENDOORN - In de provincie Overijssel zijn vele tientallen kloosters geweest. Vandaag de dag is er nog maar een handvol over waar kloosterbroeders of -zusters wonen: in Denekamp, in Zenderen en in Zwolle bijvoorbeeld. "Toch zijn er ook na de afbraak van de gebouwen of na de herbestemming tot appartementencomplex of verpleeghuis, nog steeds bijzondere verhalen te vertellen over het monastieke leven met God", aldus de organisatie. "Over een dagelijks leven in radicale toewijding, in armoede, kuisheid en gehoorzaamheid, met als motto: ‘ora et labora’, ‘bid en werk’. En over hun bijdrage aan de geschiedenis en ontwikkeling van Overijssel."
Professor Te Velde neemt de aanwezigen mee op een rondreis langs twee categorieën kloosters: die uit de Middeleeuwen (bijvoorbeeld het Stift in Weerselo en De Agnietenberg bij Zwolle) en die uit de negentiende / twintigste eeuw (bijvoorbeeld de Franciscanessen in Denekamp en de Karmelieten in Zenderen). Hoe kwamen die kloosters tot stand? Wie woonden er? Hoe leefden zij? Wat betekenden de kloosters voor de samenleving? Hoe zijn ze langzamerhand uitgedoofd en opgeheven? En - zouden we vandaag nog zoiets als een klooster willen stichten?
Eenieder is van harte welkom op dinsdag 17 januari in de Leerkamer aan de Jacob Kapteynstraat 2 in Hellendoorn.
Over Prof. dr. Mees te Velde
Prof. dr. Mees te Velde was van 1988 tot 2015 hoogleraar kerkgeschiedenis na 1650, kerkrecht en gemeenteopbouw aan de Theologische Universiteit te Kampen, van 2009 tot 2015 was hij tevens rector en voorzitter van het college van bestuur. Hij was een van de initiatiefnemers van en rondleider in klooster Nieuw Sion, centrum voor ontmoeting, stilte en bezinning in Diepenveen. Hij is nog steeds actief in het vormen van een netwerk van kloosterplekken, zowel uit de Middeleeuwen als uit de negentiende en twintigste eeuw, om die onder de aandacht te brengen van burgers, passanten en toeristen in Overijssel.